© Laurentii.be
Genealogie Laurentii
Numquam solus incedes
Inhoud
Blog
Documenten
Foto's
Gezinnen
Stamboom
Startpagina
Thematisch
Verhalen
Verwante families
Prent Mgr. Ladeuzeplein
uit private collectie (Public Domain, 18e eeuw).
|
|
Verhalen - 1787 – Smeekbede van de religieuzen om in hun klooster te mogen
weerkeren (Leuven)
In een schrijven van 18
mei 1787 aan de gildedekens en broeders van de dekenij, en de dekens der
ambachten van de hoofdstad Leuven, doen de religieuzen van het afgeschafte
klooster van de Arme Clarissen binnen Leuven hun beklag omdat zij gedwongen
werden om hun klooster te verlaten. Zij smeekten om hulp en bijstand, opdat zij
opnieuw over hun klooster zouden kunnen beschikken. Zij riepen op tussen te
komen bij de “Edele Heeren Staeten van
Brabant of hunne Generale Vergaederinge”. Bij
de ondertekenaars was Anna Maria
Lauwens die tekende met een kruisje (“ende by forme van
een kruysken”). Blijkbaar waren de
kloosterlingen niet alleen in hun pleidooi. Ook de religieuzen van andere
kloosters zoals deze van Predikheren, van de Annonciaten,
van de Witte Vrouwen hadden een dergelijk verzoekschrift.
Dit soort onteigeningen vonden plaats over het hele
Vlaamse land. Ook de religieuze Petronilla
Lauwens en zuster Clara
Lauwers tekenden rond deze periode een soortgelijke smeekbede van de
Arme Clarissen te Antwerpen, gericht aan de hoofdambachten te
Antwerpen.
Aan
stadszijde van de eerste ringmuur van Leuven, aan wat nu het Ladeuzeplein is, had, in 1513, Katherina
van Oppendorp, weduwe van ridder Jan van Bloys, haar ouderlijk huis ter beschikking gesteld van de
clarissen voor het oprichten van een klooster volgens de tweede regel van de
H. Clara. De aanpalende woning van ridder Walter vanden Tymple
werd eraan toegevoegd en, onder toezicht van Dirk van Munster, gardiaan van
de Minderbroeders, werden de kloostergebouwen met de kapel opgetrokken van
aan het Breugelcollege, gelegen in de Nieuwstraat tegenover het Vicuscollege. Tussen 1597 en 1634 werd het klooster
grotendeels herbouwd, maar op 2 mei 1783 bij beslissing van keizer Jozef II –
werd het opgeheven. In 1785 diende het als militaire bakkerij voor het
Oostenrijkse leger. In 1786 werd het verkocht aan architect Louis Montoyer, die het met de grond liet gelijkmaken.
|
|
Afbeelding:
het Mgr. Ladeuzeplein in vroegere tijden
Het zou echter nog tot 1829 duren
vooraleer men tot de nivellering van de plaats en aanpalende gracht overging.
Deze Volksplaats langs de vier zijden bebouwd met particuliere
woningen, werd later Vosseplein of Ellekensmarkt
genoemd vanwege haar wekelijkse functie als openbare markt. Bij het volk
bleef het echter de “kerlisse” (in hardnekkige
herinnering aan de clarissen). In 1940 werd deze plaats omgedoopt tot “Monseigneur Ladeuzeplein”,
ter herinnering aan de gewezen rector van de universiteit die aan de Leuvense
Hogeschool een grote uitbreiding had gegeven.
|