Afbeelding met tekening

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

(c) Laurentii.be

 

Genealogie Laurentii

Numquam solus incedes

Inhoud

Blog

Documenten

Foto's

Gezinnen

Stamboom

Startpagina

Thematisch

Verhalen

Verwante families

 

 

Voetnoten

 

1  Zie voorouderlijke lijn Odin Lauwereyns in 1120. en de verhalen Van Praet.

2 Bronnen: Het Belgisch Munthuis, 13 oktober 2016; stamboomonderzoek Laurentii; IsGeschiedenis en andere. Willem de Veroveraar was een afstammeling van de Viking Rollo, geboren in 1027 in Normandië (het zogenaamde "noormannen land") in Frankrijk als buitenechtelijk kind van hertog Robert I en zijn maitresse Herleva van Conteville, de dochter van een leerlooier - wat hem de bijnaam "Willem de bastaard" opleverde -, en hij werd hertog van Normandië na de dood van zijn vader in 1035. Zijn kozijn Edward de Belijder was toen koning van Engeland, en de troon zou aan William zijn beloofd. Toen Edward stierf in 1066, nam diens schoonbroer Harold II de kroon en een conflict kon niet uitblijven. Willem de Veroveraar introduceerde het 'Domesday Book' in Engeland als middel op belastingen te kunnen heffen en lag mee aan de oorsprong van de introductie van Franse leenwoorden in de Engelse taal. Willem de Veroveraar overleed in 1087 na een val van zijn paard in Nantes, Frankrijk. Zijn vrouw Mathilde gaf hem tien kinderen, en zij overleed in 1083.

3 Zo zegt de vrouw van Bath in Chaucer's Canterbury Tales immers niet: ‘Of cloty-making she hadde such an haunt. She passed them of Ypres and of Gaunt’. Gaunt is hier uiteraard Gent.

4 Zie verhaal uit 1436.

5 Ook in steden als Canterburry was de toevlucht van Vlamingen vanaf de 12e eeuw merkbaar. Er was ook een latere emigratie uit Vlaanderen in de 16e eeuw, naar aanleiding van de godsdienstoorlogen. Zie o.m. "1585: de val van Antwerpen en de uittocht van Vlamingen en Brabanders", Gustaaf Assaert; dr. H.J. Smit in "Handel en Scheepvaart in het Noordzeegebied gedurende de 13e eeuw", 1928, 's Gravehage; "Zuid-Engeland" van Angela Heetvelt.

 

image004.jpg(c) Familiewapen Laurentii - De kaart is een eigen bewerking van een kaart van Wereldatlas De Dag Antwerpen uit 1938. Afbeelding fragment tapijt van Bayeux van 1068 onder licentie Creative Commons CC BY-SA 3.0 / Public domain - Bron: Wikipedia.

 

Verhalen - 1066 - Mathilde van Vlaanderen, Koningin van Engeland

 

De geschiedenis van Vlaanderen en Engeland was sterk verweven vanaf de vroege middeleeuwen. Eén van de meest markante gebeurtenissen vond plaats twee eeuwen voor we een spoor vinden in de familiegeschiedenis via Odin Lauwereyns van Diepenhede, gehuwd in Brugge in 1247. Zijn voorouders waren mogelijk verwant met de 'Lawrence' families in Engeland1, en we weten van enkele nakomelingen die naar Engeland emigreerden.

 

 Op 28 september 1066 landde de Normandische Hertog Willem 'de Veroveraar' met een vloot van meer dan vijfhonderd schepen bij Pevensey Bay2. Hij wilde het koningschap van Engeland opeisen. Bij Battle, nabij Hastings, ontmoetten zijn 10000 manschappen de 7000 soldaten van de Angelsaksische Koning Harold. 14 oktober 1066 woedde er de befaamde Slag bij Hastings waarin Harold sneuvelde. Op Kerstdag 1066 werd Willem in de Westminster Abbey in Londen tot Koning van Engeland gekroond. Willem 'De Veroveraar' was getrouwd met Mathilde, de oudste dochter van Boudewijn V, graaf van Vlaanderen. In Willems leger zaten veel Vlamingen, naast Bretoenen, Normandiërs, en Fransen van Parijs en het Ile-de-France. De Vlamingen vormden met hun schitterende wapenschilden en heraldische praal de trotse rechterflank bij Hastings.


image007.jpg

Afbeelding: op het tapijt van Bayeux zijn de Vlamingen herkenbaar door hun lange schepen en maliënkolders

 

Het wereldberoemde Tapijt van Bayeux toont de gehele Normandische verovering van Engeland, vanaf het vertrek uit Frankrijk en de waarneming van de komeet van Halley tot aan de landing in Engeland en de beslissende slag bij Hastings in 1066. Het tapijt zou gemaakt zijn tussen 1066 en 1077, dus onmiddellijk na de verovering. Het is niet zeker of Willem de Veroveraar zelf de opdracht heeft gegeven tot het vervaardigen van het tapijt. Vermoedelijk was het Odo, de bisschop van Bayeux en een halfbroer van Willem, die de opdracht gaf ter voorbereiding van de inwijding van de kerk van Bayeux in 1077.

 

Het tapijt werd in het Frans "La Tapisserie de la Reine Mathilde" genoemd, wat speculatie uitlokte of de koningin het zelf zou hebben geborduurd op linnen met gekleurde wol en gouddraad. Door het huwelijk werden de machtigste leenheren van de koning van Frankrijk, de Hertog van Normandië en de Graaf van Vlaanderen, verwant. Voor Willems aanspraak op de troon, was ook niet onbelangrijk dat Mathilde afstamde van zowel Karel de Grote, de "Heilig Roomse Keizer", als van Alfred de Grote, de koning van Engeland in dezelfde (9e) eeuw. Mathilde was tevens de kleindochter van de Franse koning Robert II.

 

Willem beloonde zijn Vlaamse strijders vorstelijk. Zo werd Gilbert van Gent, een streek- en generatie genoot van Razo van Melle, als heer van Folkingham beleend met uitgestrekte gebieden in het noorden van Engeland. Er was zelfs sprake van een Vlaamse gemeenschap in Northumbrië, en onder Willems opvolger Hendrik I werd een groep Vlaamse kolonisten uit Northumbrië overgeplaatst naar het district Rhos in Pembrokeshire in Wales. Hij plaatste ook veel verwanten van zijn Vlaamse vrouw op sleutelposities. Ook in Schotland kregen steeds meer Vlamingen vaste voet aan de grond, vooral nadat David I in 1124 de Schotse troon besteeg. Zijn vrouw Koningin Maud was een achternicht van Willem de Veroveraar. Mathilde kwam in mei 1068 naar Engeland, werd er te Westminster gekroond tot Koningin van Engeland, en schonk haar Vlaamse bloedverwanten tal van Schotse domeinen.

 

In de 12e eeuw werd Vlaanderen zwaar geteisterd door overstromingen, en ook dat was een aanleiding om naar Engeland te trekken. Hendrik I van Engeland bracht heel wat van hen onder in een boerennederzetting in Pembrokeshire, in het zuiden van Wales. Dat had er plaatselijk invloed op de Welshe taal die in die periode bijna volledig leek te verdwijnen.

 

 

Vlaamse emigratie over het Kanaal

 

Uit de gegevens van het Domesday Book blijkt dat de Vlamingen die zich na de slag van Hastings in Engeland vestigden, vooral in de zuidelijke graafschappen Essex, Hertford, Bedford, Northampton en Somerset. Vlamingen kregen grondgebied in de Welsh Marches, en in Pembrokeshire verdrong het Vlaams zelfs het Welsh. Ook noordelijker werden Vlamingen vermeld in Yorkshire en Lincoln.

Nog vóór 1066 was er al sprake van migratie van Vlamingen. In de wolindustrie waren er immers al Vlaamse handelaars actief3. In de 12e eeuw zijn er meldingen in de Schotse regio Galloway, toen ook bekend als Walweitha. Willem Van Ieper, in de 12 eeuw verbannen naar Kent, was één van de iets meer bekende Vlamingen die in de eeuw nadien naar Engeland emigreerden. Ook zilversmid Robert Lauwereyns (Lawrence), een zoon van de Vlaming Laurens van Cadsant, geboren in 1120 in East Sussex, ging omstreeks 1150 werken voor de heer van Lancaster1. Op het eind van de 13e eeuw was er sprake van een echte Vlaamse Hanze, een groep van Vlaamse handelaars, in Londen. Er zijn meldingen van de confiscatie van goederen van Vlamingen in Dundee, Perth, Berckwick-on-Tweed in Schotland. Er zijn meldingen van Vlamingen verspreid wonend in Engeland, Wales en Schotland. Een Hugo Oisel van Ieper werd door Koning John beloond met het ereburgerschap van de stad Londen in de 13e eeuw. Vlamingen behoorden tot de meest welgestelde geldschieters van de Engelse koningen. In East Anglia werd beroep gedaan op Vlamingen (en Hollanders) bij het droogleggen van moerassen. Een plaatsje als Kings' Lynn heeft typische trapgevels en steenconstructies die zondermeer als 'Vlaams' kunnen worden bestempeld.

 

1066Hastings.jpgIn Schotland ingeweken Vlaamse ridders werden de voorvaderen van een veelvoud aan beroemde Schotse geslachten zoals de families Fleming (nazaten van Baldwin the Fleming, wellicht uit Gavere), Lyle (vroeger Lille), Bruce (met wortels in Leuven), Campbell (vroeger Erkenbald), en Douglas (afstammelingen van Theobald the Fleming uit het Ieperse). Zij bouwden, in de traditie van de Nederlanden, op militair kwetsbare plaatsen versterkte kastelen, die ‘burgh’ werden genoemd. Ook families Lumbard [Lombaerts], Johnston, Stevenson / Stephenson, Crothers/Carothers/Carruthers,  Matheson [Matthijsen], Evans zouden in die tijd5 van uitgeweken Vlaamse families afstammen. Heel wat topografische namen en landgoederen verwezen naar Vlaamse bindingen. Niet minder dan 5 Schotse domeinen droegen ‘Flemington’ in hun naam. Ook het Nederlands liet zijn sporen na. Een knappe meid heet nog steeds een ‘felle bonnie’. Een kind dat weent, wordt ‘Yammering’ genoemd. Een sterke wind heet ‘snelle wind’ en de kleinste vinger heet ‘pinkie’.

 

In de 16e eeuw ontvluchtten Vlamingen de godsdienstige conflicten in Vlaanderen en tienduizenden kozen voor emigratie naar Canterbury, Londen, Sandwich en Norwich. Heel wat van deze uitwijkelingen keerden terug toen het klimaat beterde in de Lage Landen.

 

Ook in latere eeuwen zijn er onmiskenbaar migraties. Robert Lauwers, zoon van Jan Lauwers, werd ingeschreven op 29 oktober 1481 als poorter van Gent. Hij was getrouwd met Jeanne Van der Stichelen en was geboren in Engeland. Zijn inschrijving droeg de melding "Hooiaerd in den Inghele". Mogelijk is er een verwantschap met de emigrant Jan Lauwens die te Zierikzee, Zeeuws-Vlaanderen, in 1436 naar Engeland was getrokken4.

 

De krijgers die met Willem de Veroveraar naar Hastings trokken, met King John naar Bovingen, met Willem van Ieper naar Kent, met Marlborough naar Oudenaarde, met Wellington naar Waterloo, met Generaal Allenby naar leper, met veldmaarschalk Lord Gort naar Duinkerke, tot de achtste Armoured Division en de bevrijding van Gent, Antwerpen. Sommige van deze soldaten bleven ter plaatse. Zij stichtten in Engeland een gezin en vormden daardoor een nog hechtere band tussen deze en gene zijde van het Kanaal. Handelaren waren aanvankelijk vooral bedrijving in de wolsector. Later breidde de handel zich uit tot laken, luxegoederen, wandtapijten, lederartikelen, boeken, brandschilderwerken, miniaturen, kleding.